Naar Montenegro
Maandag 22 maart 2019:Het was doodstil vannacht, we hebben goed geslapen en zijn vanmorgen in bewolkt weer verder naar het noorden van Albanië gereden.
Deze keer is het niet bergachtig maar vlak. We rijden eerst door Vlore, de stad oogt zeer modern, er zijn veel mensen op straat. Er zijn veel terrassen en een brede boulevard. Jammer genoeg ontbreken de borden die ons de weg moeten wijzen. In een van de buitenwijken stopt opeens een auto op de linkerbaan net voor een rotonde, alarmlichten aan en hij loopt weg. Daar staan we dan, wij en een hele rij achter ons op een drukke weg de stad uit. Uiteindelijk kunnen we naar de rechterbaan en verder rijden. Op veel rotondes en kruispunten in de stad staan mannen die dvd/cd’s te koop aanbieden. Geen idee waar het over gaat.
We rijden een stuk autoweg en daarna weer 2 baans weg. Veel landbouw in deze buurt, de huizen zien er redelijk verzorgd uit.
We passeren Durrës, een havenstad en op de weg wordt het drukker want we komen meer in de buurt van Tirana. Tegen lunchtijd hebben we weer geprobeerd ergens een belegd broodje of tosti te bemachtigen in een van de vele restaurantjes of cafeetjes langs de weg, maar ze verkopen alleen drank, of alleen warme maaltijden. Dus maar ergens een beker koffie gekocht en toen zelf brood gesmeerd.
Veel huizen in Albanie hebben een alternatieve warm water voorziening, de duurdere versie is de solar boiler, maar heel erg veel huizen hebben gewoon een ijzeren of plastic vat op het dak, warm water alleen na een dag zon.
We laten Tirana rechts liggen en rijden naar Shkodër . Daar komen we terecht op een hele mooie camping bij een hotelletje en een leuk restaurant. We kwamen er een oud collega van Thieu tegen. De camping heeft wat kleine staplaatsen, maar is verder heel bijzonder ingericht, evenals de romantisch aandoende tuin bij het restaurant. We hebben erg lekker gegeten voor weinig geld in dat restaurant.
Dinsdag 23 april 2019: Het heeft vannacht weer urenlang geregend, maar vanmorgen was het droog maar bewolkt. Maar een was gedraaid. Die droogde snel omdat er een stevige wind waaide. We zijn naar het meer gefietst, de weg daarheen loopt door een zeer armoedig wijkje met veel vuil, de bewoners zien eruit als Roma’s en zijn slordig gekleed.
Meteen naast het wijkje ligt een resort. Het Meer van Shkodër is een meer op de grens van Montenegro en Albanië. Het is het grootste meer op de Balkan. Het meer wordt gevoed door de rivier de Mora?a en door onderaardse bronnen. We hebben een stukje langs het meer gefietst, maar er was niets bijzonders te zien. Daarna zijn we naar het stadje gefietst. De omgeving ziet er niet bepaald welvarend uit, slecht onderhouden gebouwen, kleine winkeltjes en veel straatverkoop van 2e hands kleding. Er lopen paarden los langs de straat. Er zijn veel dakloze honden, de meesten hebben wel een oormerk. Er ligt zelfs een enorme sloppenwijk: de woningen zijn van doeken en golfplaten gemaakt, er lopen kinderen te bedelen bij een supermarkt naast het kamp. Het centrum zelf is aardig opgeknapt, autovrije straten, winkeltjes en heel veel restaurantjes en terrasjes. Een vriendelijke agent die Engels spreekt wijst ons de weg. Er is een oude moskee, 2 kerken en een museum, maar geen van allen is open, dus we moeten het doen met het buitenaanzicht. Een parkje dient als Soos: een aantal oudere mannen zit er gezellig te kaarten. De stad zou fietsvriendelijk zijn, er fietsen inderdaad veel mensen en het verkeer lijkt rekening te houden met fietsers. We vinden zelfs een heus fietspad dat om het centrum heen loopt. Tegen de avond heeft de camping weer 18 plekken bezet en een paar hotelgasten. Tegen tienen is het weer tijd voor dagelijkse regen, deze keer met onweer.
Woensdag 24 april 2019: Vanmorgen bij het wakker worden scheen een stralende zon. Toen ik de waterkoker wilde aanzetten bleek dat er geen elektra was. Problemen in heel de regio door het onweer zei de campingeigenaresse. Uiteindelijk was er weer water door gebruik van een grote generator. Tegen elven bedachten we dat we wel verder konden reizen, dus hebben we opgeruimd en reden we even voor 12 uur de camping af richting Montenegrijnse grens. Na 60 km door een tamelijk vlak landschap bereikten we de grens, er stond een lange rij wachtende vrachtauto’s, de rij personenauto’s was te overzien. Toch kostte het nog bijna een half uur om Albanie uit te komen, daarna nog 20 minuten om Montenegro in te komen. Bij beide grensovergangen werden de paspoorten en autopapieren nauwkeurig bestudeerd. Vanuit de Albanees/ Montenegrijnse grens rijden we weer naar de kust. De weg is over het algemeen goed en de omgeving niet echt bijzonder. Meer naar het zuiden rijden we weer door de bergen. Via een lange toltunnel komen we aan de kust bij Bar. Van daaruit langs de kust naar de baai van Kotor. Best een mooie route, maar ook met veel verkeer. Langs de kust liggen veel toeristencomplexen en er wordt nog veel bijgebouwd. Hier en daar liggen ook onafgebouwde verlaten gebouwen. Over het algemeen zien de huizen er goed uit, al zijn vooral de nieuwere ook mooier. We zien onderweg veel druiventeelt in Montenegro.
We rijden helemaal om de baai van Kotor heen naar onze overnachtingsplaats. Het levert mooie vergezichten op over de baai. In Kotor zijn veel mensen op straat, het is een oude havenstad en er is een stadsmuur die op de wereld erfgoed lijst van de Unesco staat.
Een paar km verder bij Perast liggen 2 eilandjes in het meer, op 1 van de eilandjes staan huizen. Heel apart om te zien. We komen terecht op een kleine camping aan een riviertje dat uitmondt in de baai. 2 campingmedewerkers begeleiden ons naar de aangewezen plek. Tegen zessen komt de baas zelf gegevens noteren voor zijn administratie. Het is heerlijk weer en we hebben nog even buiten kunnen genieten van de zon. Nadeeltje: het campinkje ligt pal naast de doorgaande weg. 100 meter van de camping vandaan ligt een restaurant met uitzicht op het meer, we hebben er heerlijk gegeten.
Reacties
Reacties
Weer een leuk verhaal.
Leuk verhaal. ?
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}